10 grappige weetjes over het leven als een local in italie

10 grappige weetjes over leven als een local in Puglia

Een maand als een local wonen in het dorpje Ceglie Messapica in Puglia (de hak van de laars), in een klein straatje net buiten het centrum, naast het ziekenhuis. Welke grappige en interessante weetjes levert dat op? Mijn persoonlijke top 10 gebaseerd op mijn eigen ervaringen in de maand mei (2024) tijdens de #workation van Esther Jacobs.

1. Afvalscheiding is belangrijk

Er hangt een overzicht in de keuken. Per dag wordt hier wisselend organisch afval, papier, plastic en glas opgehaald. Ik miste alleen het ‘restafval’. Maar dat lijkt niet te bestaan. Het blijkt dat de Puglianen ‘religieus’ omgaan met hun afval. Afvalscheiding is een serieuze zaak. Wat dan te doen met wat ik ‘restafval’ noem? In een prullenbak ergens gooien dus. Overigens slingert er – en dat is wel tegenstrijdig – in de parkjes en aan zee wel veel afval rond.

2. Binnenshuis speelt het leven zich af

Wonend in de maand mei in een klein straatje, de Via Parenzo, in de studio van Tiny Trullo, valt me nog wat op. Het leven van de buurtbewoners speelt zich grotendeels binnen af deze maand. Terwijl ik graag het zonnetje opzoek met mijn ontbijtkom met yoghurt, fruit en muesli of een beker koffie, komen zij aan en gaan weg, maar gaan niet buiten zitten. Er is geen tuin, maar het is al wel behoorlijk warm. De huizen hier – deze studio in ieder geval – is heel koel, voor ons Nederlanders zeg maar ‘koud’. Misschien komen ze pas met tropische temperaturen naar buiten? Boven de 30 graden? De buren groeten vriendelijk, maar houden verder afstand.

3. Was op zondag buiten hangen is oké

Aan de vele kerkklokken te horen zijn er veel kerken. De Katholieke Kerk heeft waarschijnlijk veel zieltjes hier. Wat ik dan weer grappig vind (en dat zegt ook iets over mijn leeftijd en hoe ik ben opgegroeid): de was op zondag buiten hangen is helemaal oké. En Pinksteren is hier geen bijzondere dag.

4. Donkerblauw of zwart is DE kleur van de kleding

Qua fleurigheid in dit witte dorpje, mag ik wel zeggen dat ik veel oranje inbreng. Er is weinig groen, wel veel blauw en zwart. De meeste mensen dragen die kleuren. Ik vroeg een tiener wat haar favoriete kleur was. Ze zei: rood. Maar ze draagt het niet, dat is waarschijnlijk te dol? Onze workation groep doet enorm haar best om kleurig te verschijnen in dit witte dorp.

5. Italianen spreken … Italiaans

We DuoLingo-en ons suf natuurlijk want als tijdelijke local wil je graag een gesprekje aangaan. Het gaat steeds beter trouwens. Korte gesprekjes lukken. De essentie snap ik vaak wel. Ik kan ook wat Spaans en heb een jaar Italiaans geleerd in een ver verleden. Een paar jongeren spreken Engels, ik heb er twee gevonden. Eén vertelde dat ze sinds haar 6e jaar al Engels leert op school. Het lijkt erop dat ze wat verlegen zijn om een andere taal te spreken. Antonio van de pasta-tour Drive The Vibe Puglia kon ons gelukkig in het Engels vertellen hoe we pasta moesten maken. En hoe ging het? Het was gelukkig eetbaar, maar haalde de lat van zijn vrouw niet. Pasta maken (de vormen) bleek nog een hele opgave. En wat een gezelligheid om dat met elkaar aan een lange tafel in de tuin op te eten.

6. Winkels zijn (echt) dicht in de middag

In Nederland zijn de winkels, zeker in de steden, vaak open. De winkels in Ceglie zijn tussen 13.30 en 16.30 uur dicht. En ja, de op Google te vinden openingstijden kloppen niet altijd, maar een pisolino (dutje/siësta) lijkt toch nog wel aan de orde te zijn.

7. De plek voor (oudere) mannen is het park

Mijn wandeltrack ligt in een parkje met in het midden een overdekte tennisbaan. Het is praktisch om zonder al dat geklim, de hoge treden van trappen en hoge stoepen, gewoon rondjes te lopen zonder barricades. Zo kom ik in een flow en beweeg (er is hier veel zittend werk immers: achter de laptop, eten, borrelen, workshops volgen in de bibliotheek). Het is in mijn (lage) wandeltempo drie minuten per rondje, ik loop 10 rondjes. Tijdens de rondjes ontmoet ik grotendeels oudere mannen die ook lopen of – vaker – kaartspelen of op een bankje zitten te keuvelen. Ik groet ze altijd met respect. Laatst zag ik gekrijte hartjes op mijn wandelpad. Hoe lief is dat?

8. Trullo kopen in Puglia

Het wemelt hier van de Nederlanders die Trullo’s kopen en verbouwen. Een paar workationers zijn met de makelaar mee geweest voor bezichtigingen. Het blijkt best verleidelijk. De aankoopkosten zijn intussen wel gestegen en de verbouwing kost tonnen omdat er niets is. Geen water, geen elektriciteit, riool, etc. Ik ben bij de Tiny Trullo van Esther Jacobs geweest op het platteland, een kwartier buiten Ceglie Messapica. De sfeer is heerlijk, het ziet er prachtig uit met die rode grond, de groene met zilver olijfbomen. Zij heeft ook sinds kort een zwembad, dat voegt zeker waarde toe. En wat verslaat een maaltijd buiten aan een lange tafel met fijne mensen? Ja, dat is al de tweede in één week. Het ultieme Italiaanse zomerse gevoel!

9. Beste koffie & zoetigheden

Oké, het klopt. In Puglia kun je de heerlijkste koffie drinken en er zijn de lekkerste zoetigheden. Mijn voorkeur is de espressino (kleine cappuccino). Italiaans ijs is superlekker, terwijl ik geen echt ijsmens ben, en de biscottie cegliese zijn jammie, de tiramisu beter dan in Nederland en ach, ik herinner me nog een ricottatoetje…. Tijdelijke locals moeten thuis op dieet, dat is duidelijk.

10. Bouwen, bouwen, bouwen

Door de toenemende interesse van kopers in de regio en in dit dorp, valt niet te ontkennen dat er ook veel bouwlawaai is. Er zijn mensen van de groep uit hun appartement getrild. Ik heb geluk gehad, een paar dagen om de hoek bij de Eurospin supermarkt moesten er rotsblokken uit de grond geboord worden, maar verder valt het mee in mijn wijk. Ik woon naast het ziekenhuis, dus ik denk dan ook aan hen. Om rustig te kunnen werken, worden er wederzijds studio’s geleend, is de bibliotheek een optie (tenzij daar de lokale muziekrepetities zijn) als plek (al is er geen internet), of je zoekt de rust buiten het dorp in een trullo in de olijfvelden. Het café Innamorato, met aparte zitkuil én internet, is voor sommigen een mooie uitwijkplaats om bouwlawaai te vermijden en toch nog wat teksten weg te tikken.

Wat doe ik hier? Ik schrijf de lichtvoetige roman De Alfabetdater. In 2021 bracht ik het boek Eenvoudig duurzaam bouwen uit.

Geen reactie's

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.